Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „aanvegen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

aan·ve·gen <veegde aan, h. aangeveegd> [anveɣə(n)] VERB trans

1. aanvegen (door vegen in orde brengen):

aanvegen
de kamer aanvegen

2. aanvegen (opvegen):

aanvegen
de bladeren aanvegen

Beispielsätze für aanvegen

de kamer aanvegen
de bladeren aanvegen
met iem de vloer (aan)vegen übtr ugs

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski