Übersetzungen für „achterliggen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ach·ter·lig·gen <lag achter, h. achtergelegen> [ɑxtərlɪɣə(n)] VERB intr

1. achterliggen (meer naar achteren gelegen plaats hebben):

achterliggen

im Rückstand sein

achterliggen SPORT

zurückliegen

op het tijdschema achterliggen

zeitlich im Rückstand sein

10 seconden op iem achterliggen

10 Sekunden hinter jdm zurückliegen

2. achterliggen übtr:

achterliggen

zurückbleiben

Kees ligt duidelijk achter bij zijn leeftijdgenoten

Kees bleibt deutlich hinter seinen Altersgenossen zurück

Beispielsätze für achterliggen

op het tijdschema achterliggen

zeitlich im Rückstand sein

10 seconden op iem achterliggen

10 Sekunden hinter jdm zurückliegen