Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „afwentelen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

af·wen·te·len1 <wentelde af, i. afgewenteld> [ɑfwɛntələ(n)] VERB intr (naar beneden rollen)

af·wen·te·len2 <wentelde af, h. afgewenteld> [ɑfwɛntələ(n)] VERB trans

1. afwentelen (door rollen verwijderen):

afwentelen
afwentelen

2. afwentelen (door rollen omlaag brengen):

afwentelen

3. afwentelen (op anderen overdragen):

afwentelen
de kosten op iem afwentelen

Beispielsätze für afwentelen

de kosten op iem afwentelen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski