Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: gefloten , ongelogen und gevlogen

ge·vlo·gen1 [ɣəvloɣə(n)] ADJ

on·ge·lo·gen [ɔŋɣəloɣə(n)] ADJ

1. ongelogen (de waarheid behelzend):

2. ongelogen (zonder twijfel):

ge·flo·ten VERB

gefloten volt. deelw. van fluiten¹, fluiten²

Siehe auch: fluiten , fluiten

flui·ten2 <floot, h. gefloten> [flœytə(n)] VERB intr

2. fluiten (fluitinstrument bespelen):

flui·ten1 <floot, h. gefloten> [flœytə(n)] VERB trans

1. fluiten (geluid voortbrengen):

2. fluiten (als scheidsrechter leiden):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski