Niederländisch » Deutsch

rijd·ster <rijdster|s> [rɛɪtstər] SUBST f

rijdster weibliche Form von rijder

Siehe auch: rijder

rij·der <rijder|s> [rɛidər] SUBST m

1. rijder (iem die in een voertuig rijdt):

Fahrer m

2. rijder (ruiter):

Reiter m

3. rijder (schaatser):

wiel·rijd·ster <wielrijdster|s> [wilrɛɪtstər] SUBST f

wielrijdster weibliche Form von wielrijder

Siehe auch: wielrijder

wiel·rij·der <wielrijder|s> [wilrɛidər] SUBST m

be·rij·den <bereed, h. bereden> [bərɛidə(n)] VERB trans

1. berijden (dier):

spook·rijd·ster SUBST f

spookrijdster weibliche Form von spookrijder

Siehe auch: spookrijder

spook·rij·der <spookrijder|s> [spokrɛidər] SUBST m

mo·tor·rijd·ster SUBST f

motorrijdster weibliche Form von motorrijder

Siehe auch: motorrijder

mo·tor·rij·der <motorrijder|s> [motərɛidər] SUBST m

paard·rijd·ster SUBST f

paardrijdster weibliche Form von paardrijder

Siehe auch: paardrijder

paard·rij·der <paardrijder|s> [partrɛidər] SUBST m

be·rij·men <berijmde, h. berijmd> [bərɛɪmə(n)] VERB trans

be·ris·pen <berispte, h. berispt> [bərɪspə(n)] VERB trans

1. berispen (ongenoegen, afkeuring te kennen geven):

2. berispen (door een autoriteit):

be·rich·ten <berichtte, h. bericht> [bərɪxtə(n)] VERB trans

vrij·denk·ster SUBST f

vrijdenkster weibliche Form von vrijdenker

Siehe auch: vrijdenker

vrij·den·ker <vrijdenker|s> [vrɛidɛŋkər] SUBST m

be·richt·geef·ster SUBST f

berichtgeefster weibliche Form von berichtgever

Siehe auch: berichtgever

be·richt·ge·ver <berichtgever|s> [bərɪ(xt)xevər] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski