Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „echtgenoot“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

echt·ge·noot <echt|genoten> [ɛxtxənot] SUBST m

echtgenoot
haar aanstaande echtgenoot
haar aanstaande echtgenoot
iem tot echtgenoot nemen

echtgenoot SUBST

Benutzereintrag
echtgenoot m
Gemahl m geh
echtgenoot m
Gatte m form
echtgenoot m
Mann m ugs

Beispielsätze für echtgenoot

iem tot echtgenoot nemen
haar aanstaande echtgenoot
een ontrouwe echtgenoot

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski