Übersetzungen für „eiskalter“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

psal·ter <psalter|s> [psɑltər] SUBST nt

1. psalter (harp):

psalter

Psalter m

psalter

Psalterium nt

2. psalter (boek met vertaalde psalmen):

psalter

Psalter m

3. psalter (het Boek der Psalmen):

psalter

Psalter m

psalter

Buch nt der Psalmen

skel·ter <skelter|s> [skɛltər] SUBST m

1. skelter (motorwagentje):

skelter

Gokart m

2. skelter (trapauto):

skelter

Gokart m

skelter

Kettcar ® m

reis·kos·ten [rɛiskɔstə(n)] SUBST

reiskosten

Reisekosten Pl

reiskosten

Fahrtkosten Pl

reiskosten (gemaakte onkosten)

Reisespesen Pl

reiskosten (vliegreis)

Flugkosten Pl

reiskosten declareren

Reisekosten in Rechnung stellen

reis- en verblijfkosten

Reise- und Aufenthaltskosten Pl

ei·ser <eiser|s> [ɛisər] SUBST m

1. eiser (iem die iets eist):

eiser

Forderer m

2. eiser jur.:

eiser

Kläger m

huis·ka·mer <huiskamer|s> [hœyskamər] SUBST f

huiskamer

Wohnzimmer nt

hal·ter <halter|s> [hɑltər] SUBST m

halter

Hantel f

fil·ter <filter|s> [fɪltər] SUBST nt of m

filter

Filter m

ik rook alleen maar filter

ich rauche nur Filterzigaretten

shel·ter <shelter|s> [ʃɛltər] SUBST m

shelter

≈ einfache(s) Zweimannzelt nt

bus·hal·te <bushalte|n, bushalte|s> [bʏshɑltə] SUBST f

bushalte

Bushaltestelle f

ge·stal·te <gestalte|n, gestalte|s> [ɣəstɑltə] SUBST f

1. gestalte (figuur):

gestalte

Gestalt f

gestalte

Figur f

een rijzige gestalte

eine hochwüchsige Gestalt

2. gestalte (gedaante):

gestalte

Gestalt f

gestalte

Erscheinung f

gestalte geven (aan iets)

einer Sache Gestalt geben

gestalte krijgen

Gestalt annehmen

as·fal·te·ren <asfalteerde, h. geasfalteerd> [ɑsfɑlterə(n)] VERB trans

asfalteren

asphaltieren

raas·kal·len <raaskalde, h. geraaskald> [raskɑlə(n)] VERB intr

raaskallen

faseln ugs

raaskallen

quatschen ugs

raaskallen

Unsinn [o. dummes Zeug] reden ugs