Übersetzungen für „engineer“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ori·gi·neel¹ <origi|nelen> [oriʒinel] SUBST nt

origineel

Original nt

origineel

Urschrift f

in het origineel

im Original

en·ga·ge·ren¹ <engageerde, h. geëngageerd> [ɑŋɡaʒerə(n)] VERB trans (aan zijn dienst verbinden)

engageren

engagieren

ge·ma·ri·neerd [ɣəmarinert] ADJ

gemarineerd

mariniert

ge·re·de·neer [ɣəredəner] SUBST nt geen Pl

geredeneer

Räsonieren nt form

Gui·neeër <Guineeër|s> [xwineәr] SUBST m

Guineeër

Guineer m

ge·de·ti·neer·de <gedetineerde|n> [ɣədetinerdə] SUBST m en f

gedetineerde

Häftling m

gedetineerde

Inhaftierte(r) f(m)

ge·raf·fi·neerd <geraffineerde, geraffineerder, geraffineerdst> [ɣərɑfinert] ADJ

1. geraffineerd (gezuiverd):

geraffineerd

raffiniert

2. geraffineerd:

geraffineerd (verfijnd)

raffiniert

geraffineerd (slim)

ausgeklügelt

3. geraffineerd (doortrapt):

geraffineerd

raffiniert

geraffineerd

gerissen

ge·rou·ti·neerd <geroutineerde, geroutineerder, geroutineerdst> [ɣərutinert] ADJ

geroutineerd

routiniert

en·gel <engel|en> [ɛŋəl] SUBST m

engel

Engel m

als een engel uit de hemel komen übtr

als rettender Engel kommen

de engel der duisternis

der Engel der Finsternis

zijn goede engel

sein guter Engel

engelen van kinderen

wahre Engelchen Pl

en·gerd <engerd|s> [ɛŋərt] SUBST m

engerd

Ekel nt

engerd

Scheusal nt

eng·te <engte|n, engte|s> [ɛŋtə] SUBST f

1. engte (nauwe doorgang):

engte

Enge f

engte

Engpass m

2. engte (omstandigheid, eigenschap):

engte

Enge f

en·ga·ge·ment <engagement|en> [ɑŋɡaʒəmɛnt] SUBST nt

1. engagement (verbintenis):

engagement

Engagement nt

een engagement aangaan

ein Engagement eingehen

een engagement aangaan

sich verpflichten

2. engagement (maatschappelijke betrokkenheid):

engagement

Engagement nt

3. engagement (verloving):

engagement

Verlobung f