Übersetzungen für „indigen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

in·dien [ɪndin] KONJ

indien

wenn

indien

falls

indien al mocht blijken dat …

wenn sich herausstellen sollte, dass …

in·di·go¹ [ɪndiɣo] SUBST m geen Pl

1. indigo (kleurstof):

indigo

Indigo m nt nt

2. indigo plantk.:

indigo

Indigopflanze f

in·die <indie|s> SUBST f

1. indie (platenlabel):

indie

Indie nt

indie

Independentlabel nt

2. indie (filmmaatschappij):

indie

Indie-Filmgesellschaft f

3. indie (song of film):

indie

Indie-Song m

indie

Indie-Film m

in·di·aan <indi|anen> [ɪndijan] SUBST m

indiaan

Indianer m

in·doen <deed in, h. ingedaan> [ɪndun] VERB trans

indoen

hineintun

in·de·len <deelde in, h. ingedeeld> [ɪndelə(n)] VERB trans

1. indelen +Akk:

indelen (rangschikken)

einteilen in +Akk

indelen (onderverdelen)

(auf)gliedern

indelen (onderverdelen)

aufteilen

in kleine groepen indelen

in kleine Gruppen einteilen [o. aufgliedern]

2. indelen (onderbrengen bij):

indelen

eingliedern

indelen

einreihen

indelen

zuteilen

hij werd bij de gevorderden ingedeeld

er wurde den Fortgeschrittenen zugeteilt

in·do·pen <doopte in, h. ingedoopt> [ɪndopə(n)] VERB trans

indopen

eintauchen in +Akk

in·ja·gen <jaagde of joeg in, h. ingejaagd> [ɪɲjaɣə(n)] VERB trans

injagen

(hinein)jagen in +Akk

injagen ook übtr

treiben in +Akk

iem de dood injagen übtr

jdn in den Tod treiben

le·di·gen <ledigde, h. geledigd> [ledəɣə(n)] VERB trans

ledigen

leeren

ledigen

entleeren

no·di·gen <nodigde, h. genodigd> [nodəɣə(n)] VERB trans

nodigen

(ein)laden

nodigen

bitten

nei·gen² <neigde, h. geneigd> [nɛiɣə(n)] VERB intr

neigen

neigen

ik neig ertoe om mee te gaan

ich bin geneigt mitzugehen

de kleur neigt naar blauw

die Farbe hat einen Blaustich

de zon neigt naar de kim

die Sonne neigt sich dem Horizont zu

tot zwaarmoedigheid neigen

zur Schwermut neigen