Übersetzungen für „laadvlak“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

raak·vlak <raakvlak|ken> [rakflɑk] SUBST nt

1. raakvlak wisk.:

raakvlak

Tangentialebene f

2. raakvlak (vlak van overeenkomst):

raakvlak

Berührungspunkt m

raakvlak

Querverbindung f

laad·bak <laadbak|ken> [ladbɑk] SUBST m

1. laadbak (vrachtwagen):

laadbak

Pritsche f

2. laadbak (container):

laadbak

Frachtbehälter m

laadbak

Container m

laag·vlak·te <laagvlakte|n, laagvlakte|s> [laxflɑktə] SUBST f

laagvlakte

Tiefebene f

laagvlakte (vlak land)

Flachland nt

laagvlakte (laag gelegen land)

Niederung f

draag·vlak <draagvlak|ken> [draxflɑk] SUBST nt

draagvlak

Tragfläche f

zand·vlak·te <zandvlakte|s, zandvlakte|n> [zɑntflɑktə] SUBST f

zandvlakte

Sandfläche f

laad·boom <laad|bomen> [ladbom] SUBST m

laadboom

Ladebaum m

laad·brug <laadbrug|gen> [ladbrʏx] SUBST f

1. laadbrug (het werktuig):

laadbrug

Brückenkran m

2. laadbrug (brug):

laadbrug

Verladebrücke f

drie·vlak <drievlak|ken> [drivlɑk] SUBST nt

drievlak

Dreikant m nt nt

glij·vlak <glijvlak|ken> [ɣlɛivlɑk] SUBST nt

glijvlak

Gleitfläche f

ci·lin·der·vlak <cilindervlak|ken> [silɪndərvlɑk] SUBST nt

cilindervlak

Zylindermantel m

zit·vlak <zitvlak|ken> [zɪtflɑk] SUBST nt

1. zitvlak (billen):

zitvlak

Gesäß nt

2. zitvlak (vlak waarop men zit):

zitvlak

Sitzfläche f