Übersetzungen für „ms-dos“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

dos [dɔs] SUBST m geen Pl

1. dos (kleding):

dos

Gewand nt

in feestelijke dos

in festlichem Gewand

2. dos (vacht, veren):

dos

Kleid nt

mos <mos|sen> [mɔs] SUBST nt

mos

Moos nt

met mos begroeid

moosbewachsen

mens·dom [mɛnzdɔm] SUBST nt geen Pl

mensdom

Menschheit f

mis·doen¹ <misdeed, h. misdaan> [mɪzdun] VERB trans

1. misdoen (onrecht aandoen):

misdoen

antun

2. misdoen (zondigen):

misdoen

falsch machen

wat heeft hij nou weer misdaan?

was hat er nun wieder verbrochen?

bis·dom <bisdom|men> [bɪzdɔm] SUBST nt

1. bisdom (gebied):

bisdom

Bistum nt

bisdom

Diözese f

2. bisdom (bestuur):

bisdom

Diözesanverwaltung f

was·dom [wɑzdɔm] SUBST m geen Pl

wasdom

Wachstum nt

de wasdom van de planten

das Wachstum der Pflanzen

tot wasdom komen

erblühen

kos·mos [kɔsmɔs] SUBST m geen Pl

kosmos

Kosmos m

kosmos

Weltall nt

kosmos (ruimte ook)

Weltraum m