Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „ontdoen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ont·doen1 <ontdeed, h. ontdaan> [ɔndun] VERB trans (vrijmaken)

ontdoen
befreien von +Dat

ont·doen2 <ontdeed zich, h. zich ontdaan> [ɔndun] VERB wk ww zich ontdoen

1. ontdoen (verkopen):

ontdoen
ontdoen
zich ontdoen van effecten

2. ontdoen (zich losmaken van):

ontdoen
ontdoen
ontdoen
ontdoen
zich ontdoen van kleding

3. ontdoen (uit de weg ruimen):

ontdoen
ontdoen
zich ontdoen van een rivaal
zich ontdoen van een rivaal

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski