Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „overgang“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

over·gang <overgang|en> [ovərɣɑŋ] SUBST m

1. overgang (plaats; verandering):

overgang

2. overgang (een ander geloof, andere partij e.d.):

overgang
de overgang tot het katholicisme

3. overgang (menopauze):

overgang
in de overgang zijn

Beispielsätze für overgang

in de overgang zijn

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski