Übersetzungen für „räuberleiter“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

kleu·ter·leid·ster <kleuterleidster|s> [kløtərlɛitstər] SUBST f

kleuterleidster

Kindergärtnerin f

kleuterleidster (laatste klas vóór de lagere school)

Vorschullehrerin f

ver·lei·der <verleider|s> [vərlɛɪdər] SUBST m

verleider

Verführer m

ge·trei·ter [ɣətrɛɪtər] SUBST nt geen Pl

getreiter

Piesackerei f ugs

Koe·wei·ter <Koeweiter|s> [kuwɛitәr] SUBST m

Koeweiter

Kuwaiter m

ver·leid·ster SUBST f

verleidster weibliche Form von verleider

Siehe auch: verleider

ver·lei·der <verleider|s> [vərlɛɪdər] SUBST m

verleider

Verführer m

af·slui·ter <afsluiter|s> [ɑfslœytər] SUBST m

1. afsluiter (opmerking):

afsluiter

Schlussbemerkung f

afsluiter

abschließende Bemerkung f

2. afsluiter (toestel):

afsluiter

Absperrventil nt

afsluiter

Abschluss m

re·crui·ter <recruiter|s> [rikruːtər] SUBST m

recruiter

Recruiter m

al·ler·lei [ɑlərlɛi] ADJ

allerlei

allerlei

allerlei

vielerlei

her·lei·den <herleidde, h. herleid> [hɛrlɛidə(n)] VERB trans

herleiden (vereenvoudigen)

zurückführen

herleiden (afleiden)

ableiten

herleiden (omrekenen)

umrechnen

een breuk herleiden wisk.

einen Bruch verwandeln

iets tot iets herleiden

etw auf etw Akk zurückführen

dollars tot euro's herleiden

Dollar in Euro umrechnen

ver·lei·den <verleidde, h. verleid> [vərlɛidə(n)] VERB trans

1. verleiden (op de slechte weg leiden):

verleiden

verführen

verleiden

verleiten

zich door beloften laten verleiden

sich durch Versprechungen verführen lassen

2. verleiden (verlokken):

verleiden

verführen

verleiden

verleiten

verleiden

verlocken

zich tot een wandelingetje laten verleiden

sich zu einem Spaziergang verleiten lassen

3. verleiden (brengen tot geslachtsgemeenschap):

verleiden

verführen