Übersetzungen für „reusachtig“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

reus·ach·tig <reusachtige, reusachtiger, reusachtigst> [røzɑxtəx] ADJ

1. reusachtig:

reusachtig (zeer groot)

riesig

reusachtig (zeer groot)

riesenhaft

reusachtig (sterker)

kolossal

reusachtig (sterker)

gigantisch

een reusachtig aardige kerel

ein riesig netter Kerl ugs

een reusachtig bedrijf

ein riesiger Betrieb

ik ben reusachtig blij

ich freue mich riesig

het was er reusachtig druk

dort war unheimlich viel Betrieb

een reusachtig effect

eine kolossale Wirkung

een reusachtige gestalte

eine riesige Gestalt

reusachtige honger

Riesenhunger m

reusachtige proporties aannemen

einen ungeheuren Umfang annehmen

2. reusachtig (prachtig):

reusachtig

großartig

reusachtig

famos ugs

een reusachtig idee

eine großartige Idee

Beispielsätze für reusachtig

een reusachtig aardige kerel

ein riesig netter Kerl ugs

ik ben reusachtig blij

ich freue mich riesig

een reusachtig bedrijf

ein riesiger Betrieb

een reusachtig effect

eine kolossale Wirkung

een reusachtig idee

eine großartige Idee

het was er reusachtig druk

dort war unheimlich viel Betrieb