Übersetzungen für „schaamte“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

schaam·te [sxamtə] SUBST f geen Pl

1. schaamte (gevoel):

schaamte

Scham f

alle schaamte afgelegd [o. verloren ] hebben

kein Schamgefühl mehr haben

alle schaamte afgelegd [o. verloren ] hebben

jedes Schamgefühl verloren haben

schaamte hebben [o. voelen ]

Scham empfinden

geen schaamte kennen

keine Scham kennen

plaatsvervangende schaamte voor iem voelen

sich für jdn schämen

valse schaamte

falsche Scham f

van schaamte in de grond kruipen [o. door de grond gaan]

vor Scham in die Erde versinken

van schaamte in de grond kruipen [o. door de grond gaan]

vor Scham vergehen

2. schaamte form (schaamdelen):

schaamte

Scham f

schaamte

Geschlechtsteile Pl

Beispielsätze für schaamte

valse schaamte

falsche Scham f

een blos van schaamte

eine Schamröte

geen schaamte kennen

keine Scham kennen

blozen van schaamte

schamrot werden

schaamte hebben [o. voelen ]

Scham empfinden

plaatsvervangende schaamte voor iem voelen

sich für jdn schämen

een gevoel van pijn/schaamte

ein Schmerz-/Schamgefühl

alle schaamte afgelegd [o. verloren ] hebben

kein Schamgefühl mehr haben

van schaamte door de grond zinken übtr

vor Scham im Boden versinken

door de grond (kunnen) gaan van schaamte

vor Scham im Erdboden versinken (können)

van schaamte in de grond kruipen [o. door de grond gaan]

vor Scham in die Erde versinken