Niederländisch » Deutsch

school·plein <schoolplein|en> [sxolplɛin] SUBST nt

schip·per <schipper|s> [sxɪpər] SUBST m

1. schipper (gezagvoerder):

2. schipper (bestuurder van een binnenvaartuig):

schip·pe·ren1 <schipperde, h. geschipperd> [sxɪpərə(n)] VERB intr (naar omstandigheden handelen)


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski