Übersetzungen für „sfase“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

fa·se <fase|s, fase|n> [fazə] SUBST f

fase

Phase f

aan een nieuwe fase beginnen

in eine neue Phase eintreten

fra·se <frase|n, frase|s> [frazə] SUBST f

1. frase (spreekwijze, volzin):

frase

Ausdruck m

frase

Redewendung f

de geijkte frase

der feste Ausdruck

2. frase abw:

frase

Phrase f

frase

Floskel f

het zijn holle frasen

das sind doch nur Floskeln

oa·se <oase|n, oase|s> [owazə] SUBST f

oase

Oase f

een oase van rust übtr

eine Oase [o. Insel] der Ruhe

sek·se <sekse|n> [sɛksə] SUBST f

sekse

Geschlecht nt

personen van beiderlei sekse

Personen beider Geschlechter

ex·ta·se [ɛkstazə] SUBST f geen Pl

extase

Ekstase f

extase

Verzückung f

in extase raken

in Ekstase geraten

iem in extase brengen

jdn in Ekstase versetzen

le·vens·fa·se <levensfase|s, levensfase|n> [levə(n)sfazə] SUBST f

levensfase

Lebensphase f

as·falt <asfalt|en> [ɑsfɑlt] SUBST nt

asfalt

Asphalt m

as·ce·se [ɑsezə] SUBST f geen Pl

ascese

Askese f

klas·se <klassen> [klɑsə] SUBST f

1. klasse (groepering van de bevolking):

klasse

Klasse f

de bezittende/de werkende klasse

die besitzende/die arbeitende Klasse

de hogere/lagere klassen

die oberen/unteren Klassen

de hogere/lagere klassen

die Ober-/Unterschicht

2. klasse (categorie):

klasse

Klasse f

klasse

Kategorie f

3. klasse (hoog niveau):

klasse

Klasse f

dat is een klasse apart

das ist Spitzenklasse

klasse hebben

Klasse haben

4. klasse biol.:

klasse

Klasse f

de klasse van de zoogdieren

die Klasse der Säugetiere

in de tweede klasse spelen SPORT

in der zweiten Klasse [o. Liga] spielen

test·case <testcase|s> [tɛstkes] SUBST m

1. testcase (proefproces):

testcase

Musterprozess m

2. testcase (proef):

testcase

Testfall m

lea·sen <leasete/leasede, h. geleaset/geleased> [liːsə(n)] VERB trans

leasen

leasen

paas·ei <paasei|eren> [pasɛi] SUBST nt

paasei

Osterei nt