Niederländisch » Deutsch

waar·neem·ster <waarneemster|s> [warnemstər] SUBST f

waarneemster weibliche Form von waarnemer

Siehe auch: waarnemer

waar·ne·mer <waarnemer|s> [warnemər] SUBST m

1. waarnemer (iem die iets opmerkt):

2. waarnemer (bijwonen van een vergadering):

3. waarnemer (vervanger):

waar·ne·mend [warnemənt] ADJ

waar·ne·men <nam waar, h. waargenomen> [warnemə(n)] VERB trans

waar·ne·mer <waarnemer|s> [warnemər] SUBST m

1. waarnemer (iem die iets opmerkt):

2. waarnemer (bijwonen van een vergadering):

3. waarnemer (vervanger):

waar·heen [warhen] ADV

1. waarheen (vragend):

2. waarheen (betrekkelijk):

in +Akk

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski