Übersetzungen für „weser“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

weer¹ [wer] SUBST f geen Pl (weerstand)

weer

Wehr f

weer

Widerstand m

vroeg in de weer zijn

früh auf den Beinen sein

hij is altijd in de weer

er ist immer beschäftigt

we·ver <wever|s> [wevər] SUBST m

wever

Weber m

wes·tern <western|s> [wɛstərn] SUBST m

western

Wildwestfilm m

western

Western m

wes·ters [wɛstərs] ADJ

westers

westlich

westers (Europa ook)

abendländisch

de westerse beschaving

die westliche Kultur

zwet·ser <zwetser|s> [zwɛtsər] SUBST m

1. zwetser (luidruchtig iem):

zwetser

Sprücheklopfer m abw ugs

2. zwetser (iem die opsnijdt):

zwetser

Aufschneider m abw ugs

wes·ten [wɛstə(n)] SUBST nt geen Pl

westen

Westen m

het westen van ons land

der westliche Teil unseres Landes

het westen van Nederland

der Westen der Niederlande

kamers op het westen

Zimmer nach Westen

ten westen van Arnhem

westlich von Arnheim

het wilde Westen

der Wilde Westen

buiten westen zijn [o. raken] (bewusteloos)

bewusstlos sein

buiten westen zijn [o. raken] (bewusteloos)

das Bewusstsein verlieren

wer·ker <werker|s> [wɛrkər] SUBST m

werker

Arbeiter m

hij is een harde werker

er ist ein tüchtiger Arbeiter

een maatschappelijk werker

ein Sozialarbeiter m

serieuze werkers

gewissenhafte Arbeiter Pl

gei·ser <geiser|s> [ɣɛizər] SUBST m

1. geiser (waterverwarmingstoestel):

geiser

Durchlauferhitzer m

2. geiser (warme springbron):

geiser

Geysir m

geiser

Geiser m

wis·ser <wisser|s> [wɪsər] SUBST m

wisser

Wischer m

wek·ker <wekker|s> [wɛkər] SUBST m

wekker

Wecker m

door de wekker heen slapen

den Wecker nicht hören

de wekker loopt af

der Wecker klingelt [o. rasselt]

de wekker op 8 uur zetten

den Wecker auf 8 (Uhr) stellen

wel·eer² [wɛler] ADV

weleer

ehedem

weleer

einst

weleer

vormals

dit stadje, weleer …

dieses Städtchen, einst …