Übersetzungen für „baselbieter“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈKa·bel·an·bie·ter SUBST m

Kabelanbieter

kabelexploitant

ˈDau·er·mie·ter SUBST m

Dauermieter

vaste huurder

ˈfeil·bie·ten VERB trans unreg geh

feilbieten

veil bieden

feilbieten

te koop aanbieden

Ver·ˈmie·ter(in) <Vermieters, Vermieter> SUBST m(f)

Vermieter(in)

verhuurder(verhuurster) m (f)

Vermieter(in)

huisbaas(huisbasin) m (f)

Vermieter(in)

hospes(hospita) m (f)

ˈNach·mie·ter(in) SUBST m(f)

Nachmieter(in)

iem die een huurwoning overneemt m en f

ˈUn·ter·mie·ter(in) SUBST m(f)

Untermieter(in)

onderhuurder(onderhuurster) m (f)

Sal·ˈpe·ter <Salpeters> [zalˈpeːtɐ] SUBST m kein Pl

Salpeter

salpeter m of nt