Übersetzungen für „fensterreihe“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈTest·rei·he SUBST f

Testreihe

serie [o. reeks] tests

ˈSen·de·rei·he SUBST f

Sendereihe

serie [o. reeks] uitzendingen

Sendereihe

programma nt

ˈFens·ter·schei·be SUBST f

Fensterscheibe

(venster)ruit

ˈFens·ter·rah·men SUBST m

Fensterrahmen

raamkozijn nt

ˈPries·ter·wei·he SUBST f

Priesterweihe

priesterwijding

ˈFens·ter·le·der SUBST nt

Fensterleder

zeem(lap)

ˈFens·ter·put·zer(in) SUBST m(f)

Fensterputzer(in)

glazenwasser(glazenwasseres) m (f)

Ver·ˈsuchs·rei·he SUBST f

Versuchsreihe

serie proeven [o. experimenten]

ˈFens·ter·bank <Fensterbänke> SUBST f

Fensterbank

vensterbank

ˈFens·ter·glas <Fenstergläser> SUBST nt

Fensterglas

vensterglas

ˈFens·ter·la·den <Fensterläden[o. Fensterladen] > SUBST m

Fensterladen

(venster)blind

Fensterladen

(venster)luik

ˈFens·ter·platz SUBST m

Fensterplatz

(zit)plaats aan het raam

ˈSitz·rei·he SUBST f

Sitzreihe

stoelenrij

Sitzreihe

bankenrij

ˈSchrif·ten·rei·he SUBST f

Schriftenreihe

reeks (werken [o. boeken] )

ˈFens·ter <Fensters, Fenster> [ˈfɛnstɐ] SUBST nt

1. Fenster:

Fenster

venster(opening) ook fig.

Fenster

raam nt

Fenster

ruit

das Fenster geht auf die [o. zur] Straße (hinaus)

het venster ziet op de straat uit

sein Geld zum Fenster hinauswerfen ugs übtr

met geld smijten

2. Fenster ugs:

Fenster

etalage

die Fenster eines Ladens

de etalages van een winkel

3. Fenster COMPUT:

Fenster

venster nt

Fenster

window

weg vom Fenster sein ugs

niet langer in de belangstelling staan

weg vom Fenster sein ugs

niet meer meetellen