Übersetzungen für „lehensbrief“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈTe·le·brief SUBST m

Telebrief

brief per fax

Telebrief

faxbericht nt

ˈLe·ser·brief SUBST m

Leserbrief

lezersbrief

Leserbrief

ingezonden brief [o. stuk] nt

Ge·ˈschäfts·brief SUBST m

Geschäftsbrief

handelsbrief

Geschäftsbrief

zakenbrief

Emp·ˈfeh·lungs·brief SUBST m

Empfehlungsbrief

aanbevelingsbrief

Empfehlungsbrief

referentie

ˈFrei·brief SUBST m HIST

Freibrief

vrijbrief ook fig.

Freibrief

machtiging

das ist kein Freibrief für Faulheit

dat geeft niet het recht lui te zijn

einen Freibrief für etw haben

gemachtigd zijn iets te doen

ˈWert·brief SUBST m

Wertbrief

brief met aangegeven waarde [o. met geldswaarde]

ˈRund·brief SUBST m

Rundbrief

rondschrijven nt

Rundbrief

circulaire

ˈRö·mer·brief SUBST m REL

Römerbrief

Brief aan de Romeinen

ˈPfand·brief SUBST m

Pfandbrief

pandbrief

ˈSteck·brief SUBST m

1. Steckbrief JUR:

Steckbrief

(verzoek tot opsporing met) signalement nt

einen Steckbrief von jdm ausstellen

een bevel tot aanhouding tegen iem uitvaardigen met opgave van signalement

2. Steckbrief ugs:

Steckbrief

korte beschrijving

ˈHir·ten·brief SUBST m REL

Hirtenbrief

herderlijk schrijven nt

ˈSchutz·brief SUBST m

1. Schutzbrief HIST:

Schutzbrief

vrijgeleide(brief)

2. Schutzbrief FIN:

Schutzbrief

reis- en kredietbrief

Einsprachige Beispiele (nicht von der PONS Redaktion geprüft)

Deutsch

1562 wird ein Lehensbrief für dessen minderjährige Söhne ausgestellt.

de.wikipedia.org

Die erste urkundliche Erwähnung findet sich im Jahr 1285 in einem Lehensbrief derselben Benediktinerabtei.

de.wikipedia.org