Übersetzungen für „patiententag“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈPa·ten·tan·te SUBST f

Patentante

peettante

Patentante

meter

Pa·ˈtent·amt SUBST nt

Patentamt

octrooiraad

Patentamt

patentbureau

Acht·ˈstun·den·tag [-ˈʃtʊndn̩taːk] SUBST m

Achtstundentag

achturige werkdag

Pa·ti·ˈent(in) <Patienten, Patienten> [paˈ͜tsi̯ɛnt] SUBST m(f)

Patient(in)

patiënt(patiënte) m (f)

Patient(in)

zieke m en f

pa·ten·ˈtie·ren [patɛnˈtiːrən] VERB trans

1. patentieren:

patentieren

octrooieren

patentieren

patent geven

2. patentieren TECH (Wärmebehandlung von Stahl):

patentieren

patenteren

ˈTo·ten·sonn·tag SUBST m REL

Totensonntag (letzter Sonntag im Kirchenjahr)

doden(herdenkings)dag

ˈOs·ter·mon·tag [ˈoːstɐˈmoːntaːk] SUBST m

Ostermontag

paasmaandag

Ostermontag

tweede paasdag

Ro·sen·ˈmon·tag [roːzn̩ˈmoːntaːk] SUBST m

Rosenmontag

carnavalsmaandag