Übersetzungen für „sachartikel“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

Par·ˈti·kel <Partikel, Partikeln> [parˈtiːkl̩] SUBST f

1. Partikel (Teilchen):

Partikel

partikel nt

Partikel

deeltje nt

2. Partikel LING:

Partikel

partikel nt

ˈLeit·ar·ti·kel SUBST m

Leitartikel

hoofdartikel nt

ˈHetz·ar·ti·kel SUBST m

Hetzartikel

opruiend artikel nt

ˈMo·de·ar·ti·kel SUBST m

Modeartikel

modeartikel nt

Ge·ˈbrauchs·ar·ti·kel SUBST m

Gebrauchsartikel

gebruiksvoorwerp nt

Gebrauchsartikel

gebruiksartikel

ˈStaub·par·ti·kel SUBST f nt nt

Staubpartikel

stofje nt

Staubpartikel

stofdeeltje

ˈMar·ken·ar·ti·kel SUBST m

Markenartikel

merkartikel nt

ˈLu·xus·ar·ti·kel SUBST m

Luxusartikel

luxeartikel nt

Luxusartikel

weeldeartikel