Übersetzungen für „vorübergebraust“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

vor·ˈüber·ge·hen VERB intr unreg

1. vorübergehen (vorbeigehen):

vorübergehen

voorbijgaan

vorübergehen

overgaan

2. vorübergehen (entlanggehen):

vorübergehen

langsgaan

vorübergehen

passeren

im Vorübergehen

en passant

vor·ˈüber·ge·hend [-geːənt] ADJ

vorübergehend

voorbijgaand

vorübergehend

tijdelijk

vorübergehend

kortstondig

ˈher·ge·bracht [ˈheːɐ̯gəbraxt] ADJ

hergebracht

traditioneel

hergebracht

gebruikelijk

am Hergebrachten hängen

aan tradities hechten

alt·ˈher·ge·bracht [ˈaltˈheːɐ̯gəbraxt] ADJ geh

althergebracht

aloud

althergebracht

traditioneel

althergebrachte Bräuche

aloude gebruiken