Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „bekleden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

be·kle·den <bekleedde, h. bekleed> [bəkledə(n)] VERB trans

1. bekleden:

bekleden (bedekken)
bekleden (bedekken)
bekleden (bedekken)
bekleden (met stof)
stoelen bekleden
een wand bekleden met jute

2. bekleden (uitoefenen, bezetten):

bekleden
bekleden
een leerstoel bekleden

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski