Übersetzungen für „vertaalfout“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ver·taal·baar [vərtalbar] ADJ

vertaalbaar

übersetzbar

ver·taal·ster <vertaalster|s> [vərtalstər] SUBST f

vertaalster weibliche Form von vertaler

Siehe auch: vertaler

ver·ta·ler <vertaler|s> [vərtalər] SUBST m

vertaler

Übersetzer m

ver·ta·len <vertaalde, h. vertaald> [vərtalə(n)] VERB trans

1. vertalen (in een andere taal overbrengen):

vertalen

übersetzen

vertalen

übertragen

een woord in het Duits vertalen

ein Wort ins Deutsche übersetzen

2. vertalen (weergeven in een andere vorm):

vertalen

übertragen

vertalen

umsetzen

het geleerde vertalen naar de praktijksituatie

das Gelernte in die Praxis umsetzen

ver·ta·ler <vertaler|s> [vərtalər] SUBST m

vertaler

Übersetzer m

ver·ta·ling <vertaling|en> [vərtalɪŋ] SUBST f

vertaling

Übersetzung f

vertaling

Übertragung f

een vertaling in het Grieks

eine Übersetzung ins Griechische

voer·taal <voer|talen> [vurtal] SUBST f

voertaal

Verkehrssprache f

voertaal

Lingua franca f form

voertaal (bij onderhandelingen)

Verhandlungssprache f