Übersetzungen für „ménagère“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

(Springe zu Niederländisch » Deutsch)

Be·ˈla·ge·rer <Belagerers, Belagerer> [bəˈlaːgərɐ] SUBST m

Belagerer

belegeraar

ˈTeen·ager <Teenagers, Teenager> [ˈtiːneːdʒɐ] SUBST m

Teenager

teenager

Teenager

tiener

ˈmen·gen¹ [ˈmɛŋən] VERB trans geh

mengen (mischen)

mengen

mengen (vermischen)

vermengen

Gift in [o. unter ] das Essen mengen

vergif onder het eten mengen

ˈWe·ge·la·ge·rer SUBST m

Wegelagerer

straatrover

Wegelagerer

struikrover

ˈSchwan·ge·re [ˈʃvaŋərə] SUBST f dekl wie Adj

Schwangere

zwangere (vrouw)

Schwangere

gravida

men·stru·ˈie·ren [mɛnstruˈiːrən] VERB intr

menstruieren

menstrueren

menstruieren

ongesteld zijn

Fra·ge·ˈrei <Fragerei, Fragereien> [fraːgəˈr͜ai ] SUBST f meist Sg abw

Fragerei

gevraag

ˈMa·nage·ment <Managements, Managements> [ˈmænɪdʒmənt] SUBST nt

Management

management nt

ˈMen·ge <Menge, Mengen> [ˈmɛŋə] SUBST f

1. Menge (bestimmte Anzahl):

Menge

hoeveelheid

Menge

kwantiteit

Menge

kwantum nt

eine begrenzte Menge

een beperkte hoeveelheid

2. Menge (große Anzahl):

Menge

massa

Menge

hoop

die Menge muss es bringen

de massa [o. grote omzet] moet het doen

er hat Bücher in rauen Mengen ugs

hij heeft een ontzettende hoop [o. ontzaglijk veel] boeken

er hat Bücher in rauen Mengen ugs

hij heeft boeken bij de vleet

jede Menge Hobbys ugs

een heleboel hobby's

jede Menge Fleisch ugs

vlees zoveel men wil

er weiß eine Menge ugs

hij weet heel veel [o. een boel]

3. Menge (Menschenmenge):

Menge

(mensen)menigte

4. Menge MATH:

Menge

verzameling