Übersetzungen für „onversneden“ im Deutsch » Niederländisch-Wörterbuch

ˈgrund·ver·ˈschie·den ADJ emph

grundverschieden

totaal [o. volkomen] verschillend

ver·ˈschie·den [fɛɐ̯ˈʃiːdn̩] ADJ

1. verschieden (unterschiedlich):

verschieden

verschillend

verschieden

ongelijk

die verschiedensten Formen

de meest uiteenlopende vormen

2. verschieden (einige):

verschieden

verscheidene

verschieden

enige

verschiedene Mal(e) (mehrere)

verscheidene keren

Verschiedenes war noch unklar

enkele dingen waren nog onduidelijk

ver·ˈab·re·den¹ [fɛɐ̯ˈʔapreːdn̩] VERB trans

verabreden

afspreken

Kon·ver·si·ˈon <Konversion, Konversionen> [kɔnvɛrˈzi̯oːn] SUBST f

Konversion

conversie

zer·ˈre·den VERB trans

zerreden

doodpraten

zerreden

stukpraten

über·ˈre·den [yːbɐˈreːdn̩] VERB trans

überreden

overreden

überreden

overhalen

da·ˈher·re·den VERB trans

daherreden

leuteren

daherreden

zwetsen