Übersetzungen für „Bremsspuren“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

be·stu·ren <bestuurde, h. bestuurd> [bəstyrə(n)] VERB trans

1. besturen (voer-, vaartuig):

besturen

steuern

besturen

lenken

besturen

führen

een auto besturen

ein Auto lenken

draadloos besturen

fernlenken

draadloos besturen

fernsteuern

2. besturen (werktuig):

besturen

bedienen

een hijskraan besturen

einen Hebekran führen

3. besturen (leiden):

besturen

leiten

een land besturen

ein Land lenken [o. regieren]

een stad besturen

eine Stadt verwalten

een stichting besturen

eine Stiftung leiten

be·smeu·ren <besmeurde, h. besmeurd> [bəsmørə(n)] VERB trans

besmeuren

beschmutzen

besmeuren

verschmutzen

besmeuren

besudeln form

met bloed besmeurd

blutverschmiert

be·glu·ren <begluurde, h. begluurd> [bəɣlyrə(n)] VERB trans

begluren

belauern

begluren

heimlich beobachten

be·keu·ren <bekeurde, h. bekeurd> [bəkørə(n)] VERB trans (als politieagent)

bekeuren

ein Strafmandat erteilen

bekeurd worden

ein Strafmandat bekommen