Übersetzungen für „Istbestand“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

da·ta·be·stand <databestand|en> [databəstɑnt] SUBST nt

databestand

Datei f

toe·stand <toestand|en> [tustɑnt] SUBST m

1. toestand:

toestand (gesteldheid)

Zustand m

toestand (situatie)

Lage f

toestand (situatie)

Situation f

toestand (omstandigheden)

Verhältnisse Pl

de economische toestand

die wirtschaftliche Lage

de toestand van de patiënt

der Zustand [o. das Befinden] des Patienten

de toestand van het veld/ijs

die Platz-/Eisverhältnisse

2. toestand:

toestand (verwarde, onaangename situatie)

Durcheinander nt

toestand (drukte)

Theater nt

toestand (ophef)

Aufheben(s) nt

toestanden maken

Theater machen ugs

het was een (hele) toestand

es herrschte ein ziemliches Durcheinander

stil·stand [stɪlstɑnt] SUBST m geen Pl

stilstand

Stillstand m

stilstand (tijdelijk)

Stockung f

een stilstand in de groei

ein Wachstumsstillstand

naast·be·staan·de SUBST f

naastbestaande → nabestaande

Siehe auch: nabestaande

na·be·staan·de <nabestaande|n> [nabəstandə] SUBST m en f

nabestaande

Hinterbliebene(r) f(m)

wan·toe·stand <wantoestand|en> [wɑntustɑnt] SUBST m

wantoestand

Missstand m

wantoestand

Übelstand m