Übersetzungen für „Regierungspolitik“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

re·ge·rings·par·tij <regeringspartij|en> [rəɣerɪŋspɑrtɛi] SUBST f

regeringspartij

Regierungspartei f

re·ge·rings·pe·ri·o·de <regeringsperiode|n, regeringsperiode|s> [rəɣerɪŋsperijodə] SUBST f

regeringsperiode

Legislaturperiode f

rijks·po·li·tie [rɛikspoli(t)si] SUBST f geen Pl

rijkspolitie

staatliche Polizei f

ver·keers·po·li·tie [vərkerspoli(t)si] SUBST f geen Pl

verkeerspolitie

Verkehrspolizei f

vriend·jes·po·li·tiek [vrincəspolitik] SUBST f geen Pl

vriendjespolitiek

Vetternwirtschaft f

ener·gie·po·li·tiek [enɛrʒipolitik] SUBST f geen Pl

energiepolitiek

Energiepolitik f