Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „aanhangsel“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

aan·hang·sel <aanhangsel|s, aanhangsel|en> [anhɑŋsəl] SUBST nt

1. aanhangsel (iets aan een groter geheel):

aanhangsel

2. aanhangsel:

aanhangsel (boek, document)
Anhang m
aanhangsel (korte aanvulling)

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski