Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „aantreden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

aan·tre·den1 <trad aan, h. aangetreden> [antredə(n)] VERB trans (aanstampen)

aantreden

aan·tre·den2 <trad aan, i. aangetreden> [antredə(n)] VERB intr

1. aantreden (in een richting stappen):

aantreden

2. aantreden (zich verzamelen):

aantreden

3. aantreden (sneller voortgaan):

aantreden

Beispielsätze für aantreden

in groepsverband aantreden
in het gelid staan/aantreden

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski