Übersetzungen für „abnehmende“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

be·dien·de <bediende|n, bediende|s> [bədində] SUBST m en f

1. bediende (iem in ondergeschikte betrekking):

bediende

Angestellte(r) f(m)

de jongste bediende

der Lehrling

2. bediende (dienaar):

bediende

Diener m

3. bediende (beambte):

bediende

Amtsdiener m

bediende

Bedienstete(r) f(m)

bar·be·dien·de <barbediende|n, barbediende|s> [bɑrbədində] SUBST m

barbediende (man)

Barkellner m

barbediende (man)

Barmixer m

barbediende (vrouw)

Bardame f

barbediende (vrouw)

Barfrau f

roe·pen·de <roepende|n> [rupəndə] SUBST m

roepende

Rufer m

een roepende in de woestijn übtr

ein Rufer in der Wüste

on·be·ken·de² <onbekende|n> [ɔmbəkɛndə] SUBST m (persoon)

onbekende

Unbekannte(r) f(m)

onbekende

Fremde(r) f(m)

bank·be·dien·de <bankbediende|n, bankbediende|s> [bɑŋɡbədində] SUBST m en f

bankbediende

Bankangestellte(r) f(m)