Niederländisch » Deutsch

in·ge·wan·den [ɪŋɣəwɑndə(n)] SUBST Pl

1. ingewanden (inwendige delen van het lichaam):

2. ingewanden (het binnenste):

Innere(s) nt

ge·zind·te <gezindte|n, gezindte|s> [ɣəzɪntə] SUBST f

on·ge·wa·pend [ɔŋɣəwapənt] ADJ

1. ongewapend (zonder wapens):

2. ongewapend (zonder versterking):

on·ge·was·sen [ɔŋɣəwɑsə(n)] ADJ


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski