Übersetzungen für „bedecktsamer“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

be·denk·sel <bedenksel|s> [bədɛŋksəl] SUBST nt

bedenksel

(reine) Erfindung f

bad·ka·mer <badkamer|s> [bɑtkamər] SUBST f

badkamer

Badezimmer nt

badkamer

Bad nt

eet·ka·mer <eetkamer|s> [etkamər] SUBST f

eetkamer

Esszimmer nt

be·de·vaart·gan·ger <bedevaartganger|s> [bedəvartxɑŋər] SUBST m

bedevaartganger

Pilger m

bedevaartganger

Wallfahrer m

be·den·ken² <bedacht, h. bedacht> [bədɛŋkə(n)] VERB trans

1. bedenken (denken over):

bedenken

bedenken

2. bedenken (uitdenken):

bedenken

(sich Dat ) ausdenken

een raadsel bedenken

(sich) ein Rätsel ausdenken

3. bedenken (begiftigen):

bedenken

bedenken

be·dek·ken <bedekte, h. bedekt> [bədɛkə(n)] VERB trans

1. bedekken (aan het oog onttrekken):

bedekken

bedecken

bedekken

zudecken

het hoofd bedekken

den Kopf bedecken

2. bedekken übtr:

bedekken

bedecken

bedekken

verhüllen

bedekken

verschleiern

be·de·laar <bedelaar|s> [bedəlar] SUBST m

bedelaar

Bettler m

be·de·la·res <bedelares|sen> [bedəlarɛs] SUBST f

bedelares weibliche Form von bedelaar

Siehe auch: bedelaar

be·de·laar <bedelaar|s> [bedəlar] SUBST m

bedelaar

Bettler m

be·del·staf [bedəlstɑf] SUBST m geen Pl

iem aan [o. tot ] de bedelstaf brengen

jdn an den Bettelstab bringen

be·denk·tijd <bedenktijd|en> [bədɛŋktɛit] SUBST m

bedenktijd

Bedenkzeit f

dak·ka·mer <dakkamer|s> [dɑkamər] SUBST f

dakkamer

Dachkammer f