Übersetzungen für „delfstofwinning“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

zelf·over·win·ning [zɛləfovərwɪnɪŋ] SUBST f geen Pl

zelfoverwinning

Selbstüberwindung f

erts·win·ning [ɛrtswɪnɪŋ] SUBST f geen Pl

ertswinning

Erzförderung f

kost·win·ning [kɔstwɪnɪŋ] SUBST f geen Pl

kostwinning

Broterwerb m

kostwinning

Gelderwerb m

kostwinning

Lebensunterhalt m

kostwinning (baan)

Erwerbsquelle f

delf·stof <delfstof|fen> [dɛlfstɔf] SUBST f

delfstof

Mineral nt

brood·win·ning <broodwinning|en> [brotwɪnɪŋ] SUBST f

broodwinning

Lebensunterhalt m

broodwinning

Broterwerb m

daar zit geen broodwinning in

davon kann man nicht leben

land·win·ning <landwinning|en> [lɑntwɪnɪŋ] SUBST f

landwinning

Landgewinnung f

zout·win·ning [zɑutwɪnɪŋ] SUBST f geen Pl

zoutwinning

Salzgewinnung f