Übersetzungen für „niet-aflatend“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

niets·zeg·gend <nietszeggende, nietszeggender, nietszeggendst> [nitsɛɣənt] ADJ

nietszeggend

nichts sagend

nietszeggend (loos, hol)

leer

niet·ap·pa·raat <nietappa|raten> [nitɑparat] SUBST nt

nietapparaat

Hefter m

niets·doen [nitsdun] SUBST nt geen Pl

nietsdoen

Nichtstun nt

nie·tig·heid <nietig|heden> [nitəxhɛit] SUBST f

1. nietigheid jur.:

nietigheid

Ungültigkeit f

nietigheid

Nichtigkeit f fachspr

2. nietigheid (vergankelijkheid):

nietigheid

Nichtigkeit f

3. nietigheid:

nietigheid (voorwerp)

wertlose(r) Gegenstand m

nietigheid (voorwerp)

Kleinkram m

nietigheid (aangelegenheid)

Nichtigkeit f

wa·ter·af·sto·tend [watərɑfstotənt] ADJ

waterafstotend

Wasser abstoßend

min·ach·tend [mɪnɑxtənt] ADJ

minachtend

geringschätzig

zich minachtend over iem uiten

sich abschätzig über jdn äußern

uit·mun·tend [œytmʏntənt] ADJ

uitmuntend

hervorragend

uitmuntend

ausgezeichnet