Niederländisch » Deutsch

school·vrij [sxolvrɛɪ] ADJ

huis·vrien·din SUBST f

huisvriendin weibliche Form von huisvriend

Siehe auch: huisvriend

huis·vriend <huisvriend|en> [hœysfrint] SUBST m

school·ver·band [sxolvərbɑnt] SUBST nt geen Pl

school·va·kan·tie <schoolvakantie|s> [sxolvakɑnsi] SUBST f

school·agen·da <schoolagenda|'s> [sxolaɣɛnda] SUBST f

vrien·din <vriendin|nen> [vrindɪn] SUBST f

jeugd·vrien·din SUBST f

jeugdvriendin weibliche Form von jeugdvriend

Siehe auch: jeugdvriend

jeugd·vriend <jeugdvriend|en> [jøxtfrint] SUBST m

boe·zem·vrien·din SUBST f

boezemvriendin weibliche Form von boezemvriend

Siehe auch: boezemvriend

boe·zem·vriend <boezemvriend|en> [buzəmvrint] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski