Übersetzungen für „slagplank“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

slag·tand <slagtand|en> [slɑxtɑnt] SUBST m

1. slagtand:

slagtand (uitstekende tand: bij slurfdieren)

Stoßzahn m

slagtand (uitstekende tand: bij wild zwijn en walrus)

Hauer m

2. slagtand (hoektand):

slagtand

Reißzahn m

surf·plank <surfplank|en> [sʏːrfplɑŋk] SUBST f

surfplank

Surfbrett nt

spring·plank <springplank|en> [sprɪŋplɑŋk] SUBST f ook übtr

springplank

Sprungbrett nt

op·slag·plaats <opslagplaats|en> [ɔpslɑxplats] SUBST f

opslagplaats

Lager nt

opslagplaats

Lagerplatz m