Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „strandje“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

stran·den: Verb
straat·je: Nomen
strand·tent: Nomen
strand·stoel: Nomen
strand·wa·gen: Nomen
ei·land·je: Nomen
strak·jes: Adverb

Meintest du vielleicht: straatje , stranden , strandtent , strandwagen , strandstoel , strakjes und eilandje

stran·den <strandde, i. gestrand> [strɑndə(n)] VERB intr

1. stranden (aanspoelen):

angespült werden

de gestrande goederen

2. stranden (mislukken):

stranden form

een gestrand huwelijk

eine gescheiterte Ehe

stranden op

scheitern an +Dat

3. stranden (de reis niet kunnen voortzetten):

4. stranden (schip):

auf Strand laufen

straat·je <straatje|s> [stracə] SUBST nt

1. straatje (kleine straat):

Gasse f

een straatje omlopen

einen (kleinen) Spaziergang machen

2. straatje:

straatje (plaveisel naar een deur)

Weg m

straatje (door tuin)

zijn eigen straatje schoonvegen übtr

sich rein waschen

in iems straatje praten übtr

jdm nach dem Mund reden

dat was precies in zijn straatje übtr

≈ das war für ihn ein gefundenes Fressen

strand·tent <strandtent|en> [strɑntɛnt] SUBST f

strand·stoel <strandstoel|en> [strɑntstul] SUBST m

strandstoel

strand·wa·gen <strandwagen|s> [strɑntwaɣə(n)] SUBST m

strandwagen

ei·land·je SUBST nt

eilandje → eiland

Siehe auch: eiland

ei·land <eiland|en> [ɛilɑnt] SUBST nt

Insel f

eilandjes van gras

een onbewoond eiland

eine unbewohnte Insel

strak·jes [strɑkjəs] ADV

1. strakjes (binnenkort):

2. strakjes (zo-even):

3. strakjes (tamelijk strak):

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski