Übersetzungen für „voortbrengster“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

voort·breng·sel <voortbrengsel|s, voortbrengsel|en> [vordbrɛŋsəl] SUBST nt

voortbrengsel

Erzeugnis nt

voortbrengsel

Produkt nt

voort·bren·gen <bracht voort, h. voortgebracht> [vordbrɛŋə(n)] VERB trans

voortbrengen

hervorbringen

voortbrengen (kind)

zeugen

voortbrengen (produceren)

erzeugen

geluiden voortbrengen

Geräusche erzeugen

kunstwerken voortbrengen

Kunstwerke schaffen

voor·bij·gang·ster SUBST f

voorbijgangster weibliche Form von voorbijganger

Siehe auch: voorbijganger

voor·bij·gan·ger <voorbijganger|s> [vorbɛiɣɑŋər] SUBST m

voorbijganger

Passant m