Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „vrijkomen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

vrij·ko·men <kwam vrij, i. vrijgekomen> [vrɛikomə(n)] VERB intr

1. vrijkomen (ontslagen worden):

vrijkomen
vrijkomen
vrijkomen

2. vrijkomen (van iets afkomen):

vrijkomen
met de schrik vrijkomen

3. vrijkomen (loskomen):

vrijkomen

Beispielsätze für vrijkomen

met de schrik vrijkomen
er met de schrik afkomen [o. met de schrik vrijkomen]

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski