Übersetzungen für „weerkaatsen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

weer·kaat·sen¹ <weerkaatste, i. weerkaatst> [werkatsə(n)] VERB intr

weerkaatsen (teruggekaatst worden)

reflektiert werden

weerkaatsen (licht)

sich widerspiegeln

weerkaatsen (geluid)

widerhallen

het licht weerkaatst tegen het water

das Licht spiegelt sich im Wasser wider

weer·kaat·sen² <weerkaatste, h. weerkaatst> [werkatsə(n)] VERB trans

weerkaatsen (terugkaatsen)

reflektieren

weerkaatsen (licht, ook)

zurückscheinen

weerkaatsen (licht, ook)

zurückstrahlen

weerkaatsen (geluid)

zurückwerfen

spiegels weerkaatsen het licht

Spiegel reflektieren das Licht

Beispielsätze für weerkaatsen

spiegels weerkaatsen het licht

Spiegel reflektieren das Licht