Niederländisch » Deutsch

voel·spriet SUBST m

voelspriet → voelhoorn

Siehe auch: voelhoorn

voel·hoorn <voelhoorn|s> [vulhorn] SUBST m

boe·ge·roep [buɣərup] SUBST nt geen Pl

spriet <spriet|en> [sprit] SUBST m

1. spriet plantk.:

Halm m

2. spriet (voelhoorn):

3. spriet (lang meisje):

Bohnenstange f scherzh

hoog·sprin·gen [hoxsprɪŋə(n)] SUBST nt geen Pl

toe·gangs·prijs <toegangs|prijzen> [tuɣɑŋsprɛis] SUBST m

co·lo·riet [kolorit] SUBST nt geen Pl

mar·griet <margriet|en> [mɑrɣrit] SUBST f

boe·zem·vriend <boezemvriend|en> [buzəmvrint] SUBST m

boek·be·spre·king <boekbespreking|en> [buɡbəsprekɪŋ] SUBST f

boei·en <boeide, h. geboeid> [bujə(n)] VERB trans

1. boeien (in boeien sluiten):

2. boeien (de aandacht vasthouden):

boe·ket <boeket|ten> [bukɛt] SUBST nt of m

2. boeket (wijn):

Bukett nt
Blume f

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski