Niederländisch » Deutsch

borst·aan·doe·ning <borstaandoening|en> [bɔrstandunɪŋ] SUBST f

di·eet·voe·ding [dijetfudɪŋ] SUBST f geen Pl

op·voe·ding <opvoeding|en> [ɔpfudɪŋ] SUBST f

1. opvoeding (het vormen):

bat·te·rij·voe·ding <batterijvoeding|en> [bɑtərɛɪvudɪŋ] SUBST f

borst·vlies <borst|vliezen> [bɔrstflis] SUBST nt

borst·been <borstbeen|deren> [bɔrstben] SUBST nt

bor·ste·len <borstelde, h. geborsteld> [bɔrstələ(n)] VERB trans

on·der·voe·ding [ɔndərvudɪŋ] SUBST f geen Pl

bloe·ding <bloeding|en> [bludɪŋ] SUBST f

ver·goe·ding <vergoeding|en> [vərɣudɪŋ] SUBST f

be·ïn·vloe·ding <beïnvloeding|en> [bəɪnvludɪŋ] SUBST f

neus·bloe·ding <neusbloeding|en> [nøzbludɪŋ] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski