Niederländisch » Deutsch

draag·lijk [draxlək] ADJ

draag·wijd·te <draagwijdte|n> [draxwɛitə] SUBST f

draag·tas <draagtas|sen> [draxtɑs] SUBST f

draag·riem <draagriem|en> [draxrim] SUBST m

draag·stoel <draagstoel|en> [draxstul] SUBST m

draag·baar2 [draɣbar] ADJ

draag·doek <draagdoek|en> [draɣduk] SUBST m

draag·vlak <draagvlak|ken> [draxflɑk] SUBST nt

draag·balk <draagbalk|en> [draɣbɑlk] SUBST m

draag·muur <draag|muren> [draxmyr] SUBST m

draai·tol <draaitol|len> [drajtɔl] SUBST m

1. draaitol (iem die niet stilzit):

2. draaitol (speelgoed):

draai·e·rij <draaierij|en> [drajərɛi] SUBST f

2. draaierij übtr:


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski