Niederländisch » Deutsch

rec·to·raat <recto|raten> [rɛktorat] SUBST nt

ere·doc·to·raat <eredocto|raten> [erədɔktɔrat] SUBST nt

pas·to·raat <pasto|raten> [pɑstorat] SUBST nt

1. pastoraat (zielzorg):

2. pastoraat (pastoorschap):

mo·ni·to·raat <monitoraten> [monitorat] SUBST nt belg

zee·straat <zee|straten> [zestrat] SUBST f

klets·praat [klɛtsprat] SUBST m geen Pl

1. kletspraat (prietpraat):

2. kletspraat (roddel):

3. kletspraat (onzin, gezwam):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski